Het kind kan zelf actief zijn in een veilige omgeving, die uitdaagt tot ontdekken In de groepen is de ruimte zo ingericht en voorbereid dat het kind zelf actief kan zijn in het leren;
de voorbereide omgeving. Zo wordt de natuurlijke nieuwsgierigheid van het kind geprikkeld en de
ontplooiing van talenten gestimuleerd. Het kind wordt uitgedaagd tot ontdekken en het nemen
van verantwoordelijkheid, aangepast op de ontwikkelingsfase, waarin hij of zij zich bevindt.
Het kind krijgt de kans de eigen talenten en interesses te ontwikkelen
Ieder kind is uniek. Met hun gedrag laten kinderen zien waar hun talenten en interesses liggen. De leerkrachten geven de kinderen zoveel mogelijk de ruimte om hun interesse te volgen en hun talenten te ontwikkelen in hun eigen tempo. Dit wordt gestimuleerd door creatieve, kosmische en technische vakken veel aandacht te geven en te integreren met de cognitieve vakken als rekenen en taal.
Het kind heeft en houdt plezier in leren, alleen en samen met anderen
De heterogene groepen bevorderen het samenwerken van kinderen van verschillende leeftijden. Kinderen ervaren hoe het is om jongste, middelste en oudste kind te zijn in een groep. Zo leren ze dat alle kinderen verschillen en leren die verschillen te accepteren: je mag zijn wie je bent. Omdat alle kinderen op hun eigen tempo mogen werken, valt het ook niet op wie verder in zijn ontwikkeling is en wie minder ver. Kinderen bewonderen elkaars resultaten en delen kennis.
Het kind leert keuzes maken en plannen
Kinderen kiezen zelf hun werk. Ze worden hierbij geholpen doordat de leerkrachten de groepslokalen optimaal inrichten en structureren. In de kasten maken we een onderverdeling in bijvoorbeeld motorische ontwikkeling en tekenontwikkeling, waarbij aandacht is voor de samenhang hiertussen. Wij volgen de ontwikkeling van het kind, zodat we weten wat het kind geleerd heeft en wat het gaat leren. Zo weet het kind duidelijker wat het wil en kan het in de omgeving vinden wat het nodig heeft.
Het kind krijgt begeleiding, die is afgestemd op wat het kind kan en wil
Het kind staat centraal. De leerkracht kent het kind goed. Door ook goed te kijken en te luisteren weet de leerkracht dan ook hoe hij/zij het kind kan begeleiden om zich optimaal te ontwikkelen. Het kind vertelt de leerkracht zelf wat het nodig heeft om zelf controle over het leven te krijgen, zelf goede keuzes te maken en zelf de dingen op een goede manier uit te voeren. Hierbij geeft de leerkracht het kind de mogelijkheid om alle facetten van zijn/haar persoonlijkheid te ontwikkelen.
Het kind doet positieve leerervaringen op met aantoonbare goede resultaten
De eerste leerervaringen doen jonge kinderen op met concrete materialen. Naarmate kinderen ouder worden, krijgen ze gevoel voor symbolen als cijfers, pictogrammen en letters. Vervolgens denken ze abstract. Bijna alle materialen bevatten de controle van de fout. Dit betekent dat het materiaal zelfcorrigerend is. Het kind kan zonder hulp van een volwassene zelf zijn fouten ontdekken en verbeteren. Dat stimuleert het zelfstandig werken. De kinderen leren fouten te zien als een uitdaging: maak van een fout je vriend.
Het kind kan zich blijven ontwikkelen door de jaren heen
Montessorileerkrachten hebben zowel aandacht voor de intellectuele als voor de
sociale ontwikkeling. Ze besteden veel tijd en aandacht aan de brede persoonlijke ontwikkeling
van kinderen en aan de opbouw van een goede leef- en werksfeer. Kinderen leren
verantwoordelijkheid te dragen in een doorgaande lijn: jonge kinderen in korte perioden met
eenvoudige taakjes, oudere kinderen over langere perioden met complexere taken. Leerkrachten
begeleiden de kinderen bij de uitvoering van deze taken en het maken van keuzes. De kinderen
krijgen hierdoor zelfvertrouwen en blijven gemotiveerd om te leren.
Het informatieboek 'Kiezen voor Montessori' (en veel ander achtergrondinformatie over Montessori) is bij de NVM te bestellen: http://www.montessori.nl/1/174/nederlandse-montessori-vereniging.html